Ontkoppeling. We doen méér met minder

Financieele Dagblad

Het was een van de meest interessante boeken uit 2019: ‘More with Less’ van Andrew McAfee. Daarin beschrijft de MIT-onderzoeker dat we minder grondstoffen gebruiken om meer te maken. We gebruiken niet alleen relatief minder grondstoffen (waarbij het gebruik van grondstoffen toch nog blijft stijgen) we verminderen ook in absolute zin. We maken werkelijk méér met mínder.

McAfee heeft het over ‘ontkoppeling’. We ontkoppelen onze stijgende welvaart van het gebruik van hout, metaal, cement of kunststof. En laat dat nu juist de kern zijn van wat we een ‘groene economie’ noemen. Een economie die minder is aangewezen op natuurlijke hulpbronnen.

Andrew McAfee schrijft alleen over de Verenigde Staten. Het land van de enorme auto’s, enorme huizen en enorme mensen die enorme hamburgers wegwerken. Wanneer alleen al de Amerikaanse auto-industrie was overgeschakeld op lichte Europese modellen, zou dat al een flinke daling betekenen van de hoeveelheden staal, aluminium, koper, glas, rubber en benzine.
Hoe zit het dus in Europa, waar de auto’s, huizen en hamburgers nooit de omvang kregen van die in de VS? Het antwoord komt van statistici bij Eurostat. In gortdroge taal en vol termen als ‘hulpbronnenproductiviteit’ en ‘materiaalstroomrekeningen’ presenteren ze om de twee maanden de nieuwste data rond ontkoppeling in de EU.
En deze zijn al net zo bemoedigend als die uit de Verenigde Staten.

Ook Europa doet meer met minder. Sinds het jaar 2000 groeide de Europese economie met 20 procent. In diezelfde periode daalde het gebruik van grondstoffen met 5 procent. Dat is op zich al een hele prestatie. Ronduit spectaculair is echter de stijging van 36 procent aan ‘hulpbronnenproductiviteit’. Met dezelfde hoeveelheid grondstoffen maken we 36 procent meer producten.

Wie jong was begin jaren ‘80 zal het herkennen. Mijn studentenkamer stond vol met een beeldbuistelevisie, een platenspeler, cassettedeck, bandrecorder, videorecorder, versterker, geluidsboxen, langspeelplaten, cassettebandjes, geluidsbanden, fotoalbums en dozen met dia’s. Op mijn bureau lagen bovendien een rekenmachine, typemachine en fotocamera, goed voor honderden kilo’s aan grondstoffen. Nu mijn kinderen jong zijn, dragen zij al die spullen mee in een smartphone van 200 gram.

Eurostat. Hoe ‘resource productivity’ zich ontkoppelt van ‘domestic material consumption’